Common Rail-regelklepset F00VC01037 en injectorreserveonderdeel voor injector 0445110112 0445110187
Naam produceren | F00VC01037 |
Motormodel | / |
Sollicitatie | / |
MOQ | 6 stuks / onderhandeld |
Verpakking | Witte doosverpakking of eis van de klant |
Doorlooptijd | 7-15 werkdagen na bestelling bevestigen |
Betaling | T/T, PAYPAL, als uw voorkeur |
IInspectiemethode voor naaldklepmontage van brandstofinjector
(1) Nekdichtheidstest. Gebruik gemengde olie of 20 # lichte dieselolie en gebruik de decompressiemethode om uit te voeren op een speciale testbank. Gebruik tijdens de test een handpomp om de druk te verhogen tot 23-24 MPa en meet de tijd die nodig is om de druk te laten dalen van 20 MPa naar 18 MPa. De testresultaten komen overeen met Het standaardproduct moet worden vergeleken met het vereiste bereik.
(2) Zittingafdichtingstest. Gebruik 20# lichte dieselolie op een testbank met drukaccumulator, stel eerst de brandstofinjectiedruk af op de gespecificeerde druk van 12,5 MPa en verhoog vervolgens de oliedruk elke 3 tot 5 s gelijkmatig met 0,1 MPa tot het begin van de injectie. Olie, let op de afdichtingskwaliteit, een kleine hoeveelheid olielekkage is toegestaan en de diameter van de olielekkage is niet meer dan 5 mm (de zitting en het oppervlak slijpen elkaar niet) of 3 mm in diameter (de zitting en het oppervlak het oppervlak slijpt elkaar). Maar niet in een convexe bolvorm.
(3) Sproeitest. Gebruik 20 # lichte dieselolie op de testbank, pas de brandstofinjectiedruk aan op 12,5 MPa en voer de sproeitest uit met een aantal injecties van 40-80 keer /min.
De spuitkwaliteit moet aan de volgende eisen voldoen:
①De geïnjecteerde brandstof moet worden verneveld en er mogen geen opspattende oliedeeltjes en lokale ongelijkmatige concentraties zijn die met het blote oog kunnen worden waargenomen.
②Het begin en einde van het spuiten moeten duidelijk zijn en het geluid moet helder zijn.
③Voor het begin van het spuiten en na het einde van het spuiten is olielekkage bij het spuitgat niet toegestaan, maar vocht wel.
(4) Controleer de spuithoek. Controleer met het blote oog, vergelijk de sproeihoek onder de brandstofinjectiedruk die op de dieselmotor wordt gebruikt met het monster, en de afwijking tussen de middellijn van de sproeihoek van de brandstofinjector en de middellijn van de brandstofinjector is niet groter dan 4°30'. De sproeikegelhoek wordt binnen 100 mm waargenomen.
(5) Glijproef. Reinig en smeer de onderdelen zorgvuldig met goed gefilterde lichte dieselolie. Wanneer de naaldklep op 45 staat° naar de horizontale positie, trek het naaldventiel 1/3 van zijn eigen lengte uit het naaldventielhuis. Draai hem in een willekeurige positie en laat hem los. Het gewicht zelf glijdt vrij en ongehinderd.