Brandstofinjectormondstuk DLLA324N413
productendetails
Gebruikt in voertuigen/motoren
Productcode | DLLA324N413 |
Motormodel | / |
Sollicitatie | / |
MOQ | 6 stuks / onderhandeld |
Verpakking | Witte doosverpakking of eis van de klant |
Garantie | 6 maanden |
Doorlooptijd | 7-15 werkdagen na bestelling bevestigen |
Betaling | T/T, PAYPAL, als uw voorkeur |
Leveringsmethode | DHL, TNT, UPS, FedEx, EMS of Aangevraagd |
Veelgestelde vragen
Demontage en inspectie van de injectorkop en slijpreparatievaardigheden van naaldklepkoppeling (deel3)
1.3 Inspectie
Controleer na het reinigen alle onderdelen van de brandstofinjector, vooral de naaldklepkoppeling, om te bepalen of vervanging of reparatie nodig is. Het cilindrische geleidingsoppervlak van de naaldklep is zwart en tegelijkertijd wordt de naaldklep in het naaldkleplichaam gestoken en voelt los aan, wat bewijst dat de speling van het geleidingsoppervlak groot is. Bij gebruik moet er veel olieretour zijn en kan de oliedruk niet hoog worden afgesteld. Als u probeert de oliedruk te verhogen, kan dit ertoe leiden dat de drukregelveer defect raakt en dat de olie niet naar buiten wordt gespoten.
De klepleiding van de naaldklep speelt de rol van het regelen van het brandstofinjectievolume, het handhaven van een bepaalde injectiedruk en het zorgen voor een goede verneveling van de brandstofinjectie. Als er tekenen van schade zijn, is deze tijdens gebruik niet afgedicht en is de verneveling van de brandstofinjectie slecht of niet vernevelbaar. Tegelijkertijd is er een fenomeen van druppelen op het oppervlak van het mondstukgat van het naaldkleplichaam.
Er zijn sporen van oneffenheden en beschadigingen op het verbindingsvlak van het grote uiteinde van het naaldklephuis, wat bewijst dat deze niet goed wordt gebruikt. Als het defect aan de buitenring zit, zal de brandstof tijdens gebruik weglekken; als het defect aan de binnenring ligt, lekt de brandstof naar het olieretourgat.
De passing tussen het mondstukgat van het naaldventiellichaam en de kleine kop van het naaldventiel mag niet te los of te strak zijn. Als het te los zit, zal de vernevelingskwaliteit afnemen, zal de verneveling minder zijn en zullen de oliedeeltjes dikker zijn, en zal het geluid niet helder zijn. Als deze te strak zit, vormt de brandstofinjectie een lijn en maakt de brandstofinjectie geen geluid. Als de brandstofinjectie te lang duurt, zal er gemakkelijk naverbranding optreden.