Reparatiesets voor dieselmotoren van hoge kwaliteit 1 417 010 010 1417010010 Pomppakkingsets voor reserveonderdelen
producten beschrijving
Referentie. Codes | 1 417 010 010 |
OE/OEM-codes | / |
Sollicitatie | Brandstofpomp |
MOQ | 50 stuks |
Certificering | ISO9001 |
Plaats van herkomst | China |
Verpakking | Neutrale verpakking |
Kwaliteitscontrole | 100% getest vóór verzending |
Doorlooptijd | 7 ~ 15 werkdagen |
Betaling | T/T, L/C, Paypal, Western Union of als uw vereiste |
Hoe een dieselmotor werkt
Het werkingsprincipe van een dieselmotor omvat hoofdzakelijk vier fundamentele bedrijfsprocessen: inlaat, compressie, kracht en uitlaat. Hieronder volgt een gedetailleerde beschrijving van de werking van deze vier processen:
1. Inlaatoperatie:
Wanneer de inlaatslag begint, bevindt de zuiger zich in het bovenste dode punt.
De krukas begint te draaien en de zuiger beweegt via de drijfstang van het bovenste dode punt naar het onderste dode punt.
Het volume in de cilinder neemt geleidelijk toe, waardoor de luchtdruk in de cilinder lager wordt dan de druk in de inlaatleiding.
De inlaatklep gaat open, waardoor frisse lucht de cilinder binnenkomt totdat de zuiger naar het onderste dode punt beweegt en de cilinder wordt gevuld met verse lucht.
De inlaatklep sluit dan en de cilinder komt in een gesloten toestand.
2. Compressiewerking:
De zuiger begint van het onderste dode punt naar het bovenste dode punt te bewegen.
Zowel de inlaat- als uitlaatkleppen blijven gesloten.
Naarmate de zuiger omhoog beweegt, neemt het volume in de cilinder geleidelijk af en wordt het gas gecomprimeerd.
De luchtdruk en temperatuur in de cilinder stijgen sterk, ter voorbereiding op de volgende verbrandingsfase.
3. Stroomvoorziening:
Wanneer de zuiger het bovenste dode punt nadert, begint de injector onder hoge druk diesel in de verbrandingskamer te spuiten.
Dieselbrandstof mengt zich snel met lucht van hoge temperatuur en hoge druk, waardoor een brandbaar mengsel ontstaat.
Dieselbrandstof verbrandt onmiddellijk nadat het het zelfontbrandingspunt heeft bereikt en produceert gassen met een hoge temperatuur en hoge druk.
Deze gassen duwen de zuiger naar beneden, waardoor de krukas door de drijfstang gaat draaien en zo kracht wordt afgegeven.
De warmte en de gasdruk die door het verbrandingsproces worden gegenereerd, zorgen ervoor dat de zuiger gaat werken totdat de zuiger het onderste dode punt weer nadert.
4. Uitlaatbediening:
De zuiger beweegt van het onderste dode punt naar het bovenste dode punt.
De uitlaatklep gaat open zodat het uitlaatgas na verbranding uit de cilinder kan worden afgevoerd.
Het uitlaatgas wordt via het uitlaatsysteem naar de externe omgeving geleid.
Wanneer de zuiger het bovenste dode punt weer bereikt, sluit de uitlaatklep, wat het einde van de hele werkcyclus markeert en zich voorbereidt op de inlaatfase van de volgende cyclus.